5A

In de rivier drijft een mandje. In het mandje liggen twee baby's: Romulus en Remus. Wat is de oorzaak? Amulius vreest Romulus en Remus, want hij wil de heerschappij niet verliezen. Daarom verlangt hij Romulus en Remus uit de weg te ruimen. Dus zijn de baby's nu in gevaar. Maar het water zakt; de broers naderen de oever en er komt een wolvin.

De wolvin verlangt ernaar water uit de rivier te drinken. Ze hoort Romulus en Remus eerst, want de baby's huilen erg; daarna ziet ze de baby's. Dan voedt de wolvin de baby's. Nu dreigt er niet meer / geen gevaar meer.

***

5B

Faustulus vindt de baby's en draagt ze naar zijn hut.
Faustulus is een herder en Acca is zijn vrouw.
Ze leven in een kleine hut. Acca zorgt voor Romulus en Remus;
de broers houden van Faustulus en Acca. De tijd verstrijkt;
Romulus en Remus zijn geen baby's meer en ze verlangen de echte moeder te kennen.
Dan zegt Faustulus: "Jullie echte moeder is Silvia; ze is droevig want ze leeft in een donkere gevangenis
Silvia is de dochter van Numitor.
Numitor, jullie opa, leeft nog en is ongedeerd".
Romulus en Remus nemen een besluit:
met vrienden doen ze een aanval op de koning en ze doden Amulius.
Daarna begroeten ze opa als koning.
De broers bevrijden de moeder Silvia uit de gevangenis en zijn blij.

***

5C

Romulus en Remus verlangen een stad te stichten met vrienden. Zij willen wonen, waar zij te vondeling gelegd en opgegroeid zijn. Ze verlaten opa Numitor en moeder Silvia, ze zoeken een geschikte plaats. Nu beginnen ze allen te bouwen. Maar de broers zijn geen vrienden meer. Romulus verlangt de eerste te zijn, Remus wil geen tweede zijn: elk van beiden verlangt er naar de stad naar zichzelf te vernoemen, elk van beide wil koning zijn. Rondom de hele stad maakt Romulus een muur, maar de muur is nog niet hoog. Dan lacht Remus Romulus uit en springt over de muur. Deze daad maakt Romulus bang. Romulus is erg boos. Hij doodt Remus en zegt: "Zo zal het ieder vergaan die over mijn muur springt!" Zo is Romulus alleen de koning en noemt zijn stad Rome. Deze naam zal onsterfelijk zijn.