6A

In de nieuwe stad wonen nu de Romeinen en regeert Romulus . Maar ze zijn nog niet tevreden: er zijn geen vrouwen en de buurvolken geven geen vrouwen meer. Romulus ziet gevaar en bedenkt een nieuw plan. Hij bereidt grote spelen in de nieuwe stad voor en hij nodigt veel mensen uit: vaders, moeders en mooie dochters. Veel mensen komen samen en ook de naburige Sabijnen. Allen verlangen de nieuwe stad en de spelen te zien. De spelen zijn reeds begonnen en allen kijken ingespannen. Plotseling grijpen Romeinse jonge mannen mooie vrouwen. De verwarring is groot. De Romeinen brengen de meisje mee naar huis, de bedroefde en boze ouders vluchtten. Maar dit is nog niet het einde!

***

6B

Daarna bereidden de boze Sabijnen een oorlog voor: ze verlangen ernaar de meisjes terug te krijgen. Romulus bereidt ook een oorlog voor: hij wil de stad beschermen, niet verliezen. Na vele dagen hebben de Sabijnse soldaten de stad nog niet veroverd. Dus dringen ze door middel van een list zo de stad binnen. Tarpeius is de Romeinse aanvoerder: zijn dochter Tarpeia zocht naar water buiten de stad. De Sabijnse aanvoerder benaderde het meisje en gaf goud; zo zette hij Tarpeia aan tot verraad. Het meisje vraagt een geschenk: ze verlangt naar wat de Sabijnen in hun linkerhand dragen. De Sabijnen zijn al in de stad. Maar het geschenk is niet wat Tarpeia had gehoopt: De Sabijnen dragen niet alleen gouden ringen in hun linkerhand, maar ook schilden. Allen gooien de schilden naar Tarpeia en zo doden ze het meisje.
Dat is de beloning voor verraad! 

***

6C

Reeds hebben de Sabijnse soldaten een groot deel van Rome veroverd.
De Romeinen ontvangen bijna een droevige nederlaag, maar zij verdedigen zich dapper.
De Sabijnen doden en verwonden de Romeinen en de Romeinen de Sabijnen.
Dan stellen de vrouwen zich op tussen de Sabijnen en de Romeinen:
zij willen een einde maken aan het gevecht.
Want de Sabijnen zijn hun vaders en de Romeinen nu hun mannen.
De vrouwen huilen en smeken de vaders en mannen om vrede.
De woorden en de tranen van de vrouwen ontroeren de Sabijnen en Romeinen.
De mannen willen niet meer vechten: zij verlangen niet naar oorlog maar naar vrede.
Zo hebben de vrouwen de oorlog beeïndigd.